Vandegoor: 'Rik II, van keizer tot warme huismus'

Rik Van Looy is 80. Bij de voorstelling van het boek "Rik Van Looy 80" enkele weken geleden maakte Sporza-wielerjournalist Christophe Vandegoor een radiocolumn te ere van de "Keizer van Herentals". Beluister het fragment hierboven of lees de tekst hieronder.

De Keizer is een echte familieman. Zo vertelde auteur Mark Vanlombeek op de voorstelling van ‘Rik 80’, een boek over Rik Van Looy, de Keizer van Herentals, Rik II (want Van Steenbergen was Rik I).

Van Looy was 37 jaar toen hij stopte als renner. Hij kwam Vanspringel en co tegen op training en vroeg waar ze naartoe fietsten. "Naar de Ardennen", was het antwoord. "Dan keer ik om en ga thuis de fiets aan de haak hangen."

Zo is het echt gebeurd. Rik Van Looy was renner af en ontwikkelde zich naar verluidt tot een warme huismus met een bijna exclusieve aandacht voor vrouw Nini (foto), zijn kinderen en kleinkinderen.

Interviews na de carrière, analyses bij wielerwedstrijden? Van Looy bedankte vriendelijk doch gedecideerd. We nodigden hem dit jaar met alle egards uit om "Sporza Merckx" bij te wonen in de Bourla in Borgerhout. U raadt het antwoord zelf wel. Het is makkelijker koning Filip te interviewen dan Rik Van Looy te strikken voor de microfoon.

Daarom waren alle media aanwezig op de boekvoorstelling: alle Vlaamse kranten, radio en tv. Met een innemend lachje en een vlijmscherp lichaam –Van Looy maakt nog fietstochten van 80 kilometer - stond hij iedereen te woord.

Hij was er om de auteurs een plezier te doen, niet voor zichzelf, want het deed hem weinig, zo’n boek. Van Looy leeft niet meer in het verleden, hij hoeft gemiste doelen niet meer gefrustreerd na te jagen.

Sterker nog: Van Looy heeft geen milliseconde aan zijn eigen boek meegewerkt. Geen half uurtje vrijgemaakt om met de auteurs te praten, zelfs het voorwoord heeft hij niet willen schrijven. "Waarom zou ik," vertelde hij ons, "die mannen werken bij de gazet, kunnen in de archieven duiken en weten alles beter dan ik." Een ontnuchterend nuchtere kijk.

Rik Van Looy, een groot idool voor vele generatie’s, is het uithangbord van de Vlaamse Wielerschool. Hij regeert achter de schermen als een leiderstype, heeft duidelijke meningen en schuwt de harde discussie niet. Op info-avonden voor rennertjes-in-spe en hun ouders zie je Van Looy nooit. Te druk, te veel zever en te veel onnozele vragen over de tijd van toen. Maar om middernacht belt hij wel naar de coördinator om te vragen hoe het was.

In de jaren negentig schreef ik mijn eindverhandeling over het jeugdwielrennen, in de schoot van zijn Vlaamse wielerschool. Interessantste bevinding? Kinderen van hoger opgeleide ouders moesten debuteren met tweedehandse of goedkope fietsen. Eerst knabbelen dan babbelen.

Papa’s uit de zogenoemd lagere sociale klassen gaven hun 14-jarige zoon meteen de duurste Colnago- of Merckx-fiets. Alleen het allerbeste was goed genoeg. Misschien hadden zij wel de nieuwe Museeuw of Van Petegem in huis die hen meer aanzien kon geven. Wielrennen als statusverheffend mechanisme.

Via via vroeg ik Van Looy een ultrakort voorwoord voor mijn eindverhandeling te schrijven. Het ging per slot van rekening over ZIJN Vlaamse Wielerschool. U raadt het al. De vraag werd hem door de medewerkers zelfs niet gesteld. Ik heb dat jarenlang betreurd en niet goed begrepen waarom iemand zo’n kleine moeite niet wilde doen.

Die dag van zijn laatste trainingsrit heeft Rik Van Looy, twee keer wereldkampioen en winnaar van alle topklassiekers, de knop omgedraaid.

Bij het naar huis gaan gaf de Keizer iedereen het ultieme antwoord : hij sloot een kleinkind liefdevol in de armen, gaf het een intense knuffel en een warme kus.


Misschien ook interessant: