Le Tour: Kasseien en 8 aankomsten bergop in 2015

In Parijs is vandaag het parcours van de 102e editie van de Tour de France voorgesteld. Tour-organisator ASO heeft voor een loodzware op klimmen gerichte Tour gekozen met een korte passage door België. Opvallend is dat de bonificaties weer hun intrede doen.

De 102e Tour de France in een notendop

   Met één individuele tijdrit van slechts 14 kilometer en een ploegentijdrit van 28 kilometer (pas op dag 9) komen de tijdrijders allesbehalve aan hun trekken.
   Voor het eerst sinds 2008 zullen er opnieuw bonificaties uitgedeeld worden, weliswaar maar van rit 2 tot rit 8.
   Net als vorig jaar duiken de kasseien opnieuw op in het rittenschema. In de vierde rit moet er 13,3 kilometer over kasseien gedokkerd worden, gespreid over 7 stroken.
   Slechts drie keer zal de kaap van 200 kilometer overschreden worden. Tour-organisator ASO kiest voor kortere, maar zeer pittige ritten.
   De slotweek van de Tour oogt op papier moordend. Het loodzware vierluik in de Alpen krijgt een orgelpunt op Alpe d'Huez.

Zoals bekend vormt Utrecht het startdecor. De 102e editie van de Tour wordt er op gang geschoten met een individuele tijdrit van 14 kilometer. Voor de tijdrittoppers wordt de openingsrit overigens de enige kans om zich individueel tegen de klok te onderscheiden.

Op dag 2 zullen de klassementsrenners op weg naar Neeltje Jans voor het eerst met dichtgeknepen billen op de fiets zitten: de wind kan er een vervelende hoofdrol opeisen.

Op maandag 6 juli vertoeft de Tour op Belgische bodem. Het peloton trekt zich in Antwerpen op gang voor een tocht naar Hoei, waar de aankomst zal liggen op de steile Muur van Hoei (foto). 's Anderendaags fungeert Seraing als startplaats en verlaat de Tour-karavaan België.

Frankrijk verwelkomt de Tour op interessante wijze: met kasseien. De renners moeten 13,3 kilometer - gespreid over zeven stroken - op kasseien dokkeren. Die vierde rit, met aankomst in Cambrai, is met 221 km overigens de langste in de Tour. Slechts drie keer zal de kaap van 200 km overschreden worden.

In Amiens, Le Havre en Fougères kunnen normaal gezien de sprinters hun ding doen, maar in de 8e etappe komen de punchers weer aan hun trekken. Met de finish op de Mûr-de-Bretagne kunnen er opnieuw (kleine) verschillen in het klassement gemaakt worden.

Op zondag 12 juli, daags voor de eerste rustdag, kiest Tour-organisator ASO voor een opvallende rit. Tussen Vannes en Plumelec moet er een ploegentijdrit van 28 kilometer afgelegd worden. De ploegenchrono telt 26 vlakke kilometers, de laatste 2 kilometers lopen bergop.

Na de welverdiende rustdag in Pau snijdt het peloton de Pyreneeën aan. La Pierre Saint-Martin zal op 14 juli (de Franse nationale feestdag) voor het eerst als aankomstplaats bergop dienen.

De 11e etappe kent een venijnige aankomst in Cauterets, voordien moet er al stevig geklauterd worden op de Aspin en Tourmalet. Daags nadien wordt er op Plateau de Beille voor de dagzege gestreden. Jelle Vanendert was er in 2011 de voorlopig laatste ritwinnaar (foto).

Het peloton zet dan zoetjesaan koers richting de Alpen, maar in rit 14 kan er in Mende een nieuwe krachtmeting volgen. De aankomstboog staat opgesteld op de Montée Laurent Jalabert, opnieuw een steile puist.

Op maandag 20 juli, daags voor de tweede rustdag, is Gap de aankomstplaats. Het peloton moet in die etappe onder meer over de Col de Mence, vooral bekend voor zijn verraderlijke afdaling.

"Save the best for last", moet Tour-baas Christian Prudhomme gedacht hebben. Wellicht vrezen heel wat renners nu al het moordende vierluik in de Alpen in de slotweek.

De eerste rit eindigt in Pra-Loup, een col die vooral bij Eddy Merckx nare herinneringen oproept. Hij verspeelde er in 1975, onder meer door een hongerklop, de gele trui en de Tour-zege aan Bernard Thevenet.

De 18e rit voert het peloton over de Col du Glandon naar Saint-Jean-de-Maurienne, 's anderendaags ligt de aankomst in La Toussuire. Die Alpencol staat in het collectieve geheugen gegrift als de klim waar Floyd Landis in 2006 helemaal door het ijs zakte.

Het orgelpunt van de 102e Tour de France moet de rit naar Alpe d'Huez worden. Met 110 kilometer ultrakort, maar met onderweg de Télégraphe, de Galibier en finish op Alpe d'Huez dus loodzwaar.

Het slotakkoord vindt zoals gebruikelijk plaats in Parijs, waar op zondag 26 juli de laatste gele trui wordt uitgedeeld. Het peloton zal er overigens opnieuw langs de Arc de Triomphe fietsen, wat ongetwijfeld mooie plaatjes zal opleveren.

Nog dit: voor het eerst sinds 2008 zullen er overigens weer bonificatieseconden (10"/6"/4") aan de aankomst worden uitgedeeld, weliswaar maar van rit 2 tot rit 8.

Ook de puntenverdeling van de groene trui kent weer een aanpassing. Ritwinst wordt beloond met 50 punten, de nummer twee moet het stellen met 30 punten. De puntentelling bij de tussensprinten (25 punten voor de eerste) blijft behouden.


Misschien ook interessant: