Merckx 70: bewondering is ook in huidige peloton groot

Het is al bijna 40 jaar geleden dat Eddy Merckx zijn onnavolgbare carrière afsloot. Maar in het peloton klinkt zijn naam nog altijd als een klok. Tom Boonen: "Niemand komt ooit nog in zijn buurt." Walter Planckaert: "Hij zegt nog altijd goeiedag, terwijl de huidige vedetten hun hoofd draaien als ik hen groet." Ook Rohan Dennis en Niki Terpstra zijn vol bewondering.

Tom Boonen steekt zijn bewondering voor Eddy Merckx niet onder stoelen of banken. "Op zijn 70e is hij nog altijd een voorbeeld van levenslust."

"Hij geniet van het leven, maar dat mag ook. Hij heeft er hard genoeg voor gewerkt. Ik zal na mijn carrière zeker nog eens een pintje met hem drinken."

"Eddy heeft ook nog altijd een moderne kijk op de koers. Hij is niet blijven hangen in zijn tijd. Zijn palmares daarentegen, dat is niet meer van deze tijd. Buitenaards bijna. Niemand zal ooit nog in zijn buurt komen."

Merckx pakte elke maand wel een paar keer op verbluffende wijze uit. Springt er voor Boonen iets uit? "Ik ben te jong om dat allemaal voor de geest te halen.

"Ik weet wel dat hij eens Luik-Bastenaken-Luik met 7 minuten voorsprong gewonnen heeft. Ze hebben niet voor niets de term Merckxsisme uitgevonden voor hem. De rest schoot gewoon tekort."

"Eddy Merckx is voor mij de god van het wielrennen. Kort en bondig", zegt Walter Planckaert, tegenwoordig ploegleider bij Topsport Vlaanderen.

"Zo'n renner wordt nooit meer geboren. Nu is je seizoen geslaagd als je een klassieker wint. Merckx won er 5 per jaar en dan ook nog eens 2 grote rondes.

"Daarnaast won hij ook nog eens criteriums, kermiskoersen,... Hij koerste altijd. Het was uniek om hem aan het werk te zien."

"Hij probeerde altijd iedereen af te maken. Ging het niet bergop, dan wel bergaf. En anders demarreerde hij op het vlakke tot hij weg was. Onmenselijk."

"Eigenlijk kun je zo iemand niet beschrijven. Hij is zo'n sympathieke man. Hij komt nog altijd dag zeggen. Als Walter Planckaert tegen de huidige vedetten dag zegt, draaien ze hun hoofd de andere kant op."

Wat is het eerste wat in je opkomt bij de naam Eddy Merckx, vroeg Carl Berteele aan Dylan Teuns? "Meensel-Kiezegem!", antwoordde de jonge hond van BMC meteen.

"Ik kom uit dezelfde streek als Merckx. Toen ik begon met fietsen wist ik niet zo veel van hem, maar later heb ik dat goed gemaakt. Hij was een alleskunner."

"Ik kijk zeker naar hem op. Ik weet ook dat hij mij volgt, dat merkte ik toen ik met hem sprak. Als je met hem spreek, zie je dat dat een gewone man is gebleven."

Tijdens de Tour wordt Merckx gehuldigd in Meensel-Kiezegem, onder meer met een standbeeld. "Ik was er graag bij geweest, maar ik rij de Ronde van Oostenrijk. Maar ik zal achteraf zeker eens gaan kijken naar dat standbeeld. Ik passeer daar vaak."

Eddy Merckx loopt als een rode draad door de carrière van Marc Sergeant, nu ploegmanager bij Lotto-Soudal. "Ik herinner me nog de beelden van toen ik jong was. Als Merckx op tv kwam, reed er maar één renner meer mee."

"Dat zal ook wel een van de redenen geweest zijn waarom ik later gaan koersen ben. Al zijn successen van toen leken zo normaal. Nu weten we wel beter."

"Zo is er dat memorabele record van zeven zeges in Milaan-Sanremo. Als je die koers later zelf ook een keer rijdt, kun je je dat onmogelijk voorstellen dat je die wedstrijd zeven keer kunt winnen."

Merckx ontfermde zich ook over de renner-Sergeant. "Hij hield zich bezig met mijn positie op de fiets: een beetje hoger of een beetje lager. Hij was daardoor gefascineerd. Ik volgde hem natuurlijk blindelings. Wie ben ik om de raad van Merckx in de wind te slaan?"

"Ik heb hem ook meegemaakt als bondscoach en daar kwam de echte Eddy naar boven. Hij was weer beginnen te trainen om weer te kunnen meerijden met ons. Toen hij na 200 kilometer moest afstappen, was hij pissig. Dat zegt veel over zijn mentaliteit."

   Greg Van Avermaet: "Het ik iets kunnen doen wat Merckx niet kon? Ah ja, Parijs-Tours winnen. Dan heb ik hem toch met één ding kunnen kloppen. Dat zal ik toch tegen mijn kleinkinderen kunnen zeggen. Maar op alle andere vlakken sta ik nog ver van hem. Het is ook plezant dat hij er nog zo goed voorkomt."

   Mathieu van der Poel: "Mijn herinneringen aan Merckx heb ik vooral te danken aan mijn opa Poulidor. Af en toe komt zijn naam nog eens ter sprake. Hij was de grootste concurrent van mijn opa. Als iemand zou winnen wat hij toen won, zou dat nu een wereldster zijn."

   Niki Terpstra: "525 zeges, dat is ongelooflijk. En vooral: welke wedstrijden. Die combinatie van klassiekers en grote rondes vind ik het meest speciaal. Dat dat niet meer van deze tijd is? Eddy is niet van deze tijd. Ik vind het nog altijd speciaal als ik hem ontmoet. Een complimentje van hem raakt je 10 keer harder dan van iemand anders. Hinault was ook een topper, maar het is geen Eddy."

   Rohan Dennis: "Ik heb net als Merckx het uurrecord verbeterd, maar ik ben totaal niet op zijn niveau. Hij reed 49 km/u op een gewone fiets, ik reed er 52,5 met een speciale fiets. Ik zou niet kunnen wat hij deed. Dat was uitzonderlijk."

   Arnaud Démare: "Merckx is de legende van de koers. Of hij beter was dan Bernard Hinault? Hinault is voor de Fransen de grootste. Het is moeilijk om hen te vergelijken. Appelen en peren."


Misschien ook interessant: