Tour de France 2004


France
03-07-2004 - 25-07-2004
Main Tour de France
Websites: http://www.letour.fr

Stages

03-07-2004   Prologue - Liège (Liege) - Liège (Liege)   6
04-07-2004   1º stage - Liège (Liege) - Charleroi (Hainaut)   195
05-07-2004   2º stage - Charleroi (Hainaut) - Namur (Namur)   197
06-07-2004   3º stage - Waterloo (Brabant) - Wasquehal (Nord-Pas-de-Calais)   195
07-07-2004   4º stage - Cambrai (Nord-Pas-de-Calais) - Arras (Nord-Pas-de-Calais)
Team Time Trial
  65
08-07-2004   5º stage - Amiens (Picardie) - Chartres (Centre)   195
09-07-2004   6º stage - Bonneval (Rhone-Alpes) - Angers (Pays de la Loire)   190
10-07-2004   7º stage - Châteaubriant (Pays de la Loire) - Saint-Brieuc (Bretagne)   208
11-07-2004   8º stage - Lamballe (Bretagne) - Quimper (Bretagne)   172
13-07-2004   9º stage - Saint-Léonard-de-Noblat (Limousin) - Guéret (Limousin)   160
14-07-2004   10º stage - Limoges (Limousin) - Saint-Flour (Languedoc-Roussillon)   237
15-07-2004   11º stage - Saint-Flour (Languedoc-Roussillon) - Figeac (Midi-Pyrenees)   164
16-07-2004   12º stage - Castelsarrasin (Midi-Pyrenees) - Col du Tourmalet (Midi-Pyrenees)   199
17-07-2004   13º stage - Lannemezan (Midi-Pyrenees) - Plateau de Beille (Midi-Pyrenees)   217
18-07-2004   14º stage - Carcassonne (Languedoc-Roussillon) - Nîmes (Languedoc-Roussillon)   200
20-07-2004   15º stage - Valréas (Provence-Alpes-Cote d'Azur) - Villard-de-Lans (Rhone-Alpes)   179
21-07-2004   16º stage - Le Bourg-d'Oisans (Rhone-Alpes) - L'Alpe-d'Huez (Rhone-Alpes)
Climb Time Trial
  15
22-07-2004   17º stage - Le Bourg-d'Oisans (Rhone-Alpes) - Le Grand Bornand (Rhone-Alpes)   212
23-07-2004   18º stage - Annemasse (Rhone-Alpes) - Lons-le-Saunier (Franche-Comte)   166
24-07-2004   19º stage - Besançon (Franche-Comte) - Besançon (Franche-Comte)
Individual Time Trial
  60
25-07-2004   20º stage - Montreau (Centre) - Paris (Ile-de-France)   165
25-07-2004   General Classification -  
25-07-2004   Young rider classification -  
25-07-2004   Mountains classification -  
25-07-2004   Points classification -  


Tour de France 2004 : voorbeschouwing


Slechts één vraag houdt de wielerliefhebber dezer dagen echt bezig : Kan Lance Armstrong als eerste renner in de geschiedenis voor een zesde keer de Tour winnen? De wielerwereld is verdeeld in twee kampen : Zij die Armstrong een zesde zege en een plaats in de geschiedenis gunnen, en zij die zo’n zege echt niet zien zitten, het zou de legendarische prestaties van legendarische renners als Anquetil, Merckx, Hinault en in mindere mate Indurain immers tot een voetnoot maken in de analen van de Tourgeschiedenis. Maar Armstrong zal z’n zesde niet cadeau krijgen. De tand des tijds begint stilaan z’n tol te eisen, de Amerikaan lijkt niet meer zo sterk als pakweg drie jaar geleden. Bovendien lijkt de concurrentie meer dan ooit klaar te zijn voor het grote gevecht.



De Tour begint dit jaar in België met een 6 kilometer lange proloog in de straten van Luik. Er zijn geen echte hindernissen in het parcours opgenomen, specialisten als Peschel, McGee en Millar hebben dus alle kans, maar ook Ullrich en Armstrong kunnen hier zeker winnen. Daarna blijft de Tour nog twee dagen in België : De eerste rit in lijn gaat van Luik naar Charleroi en is goed 200km lang. In de eerste wedstijdhelft zijn enkele Ardense hellingen opgenomen, maar de finale is grotendeels vlak. De tweede rit start in Charleroi en voert de renners in 197km richting Namen. Het parcours is een stuk minder geaccidenteerd dan dat van de eerste etappe, een massasprint is in deze rit zeer waarschijnlijk.



Op dinsdag 6 juli verlaat de Tour België, maar eerst moet wel nog de Muur van Geraardsbergen worden beklommen (na zowat 60km). In de slotfase moeten de renners ook nog over enkele kasseistroken uit Parijs-Roubaix, vooral bij regenweer zullen de favorieten hier heel attent moeten zijn. Na 210km komen de renners aan Wasquehal. Daarna staat de eerste grote afspraak op het programma : Een 64,5km lange ploegentijdrit van Cambrai naar Arras. Het parcours is golvend en de kans op tegenwind is groot, aangezien het parcours in westelijke richting loopt. De tijdsverschillen zouden dus groot kunnen worden, maar het nieuwe reglement zorgt ervoor dat de schade, vooral voor de Spaanse klimmersploegen, geen dramatische vormen kan aannemen. Het verschil tussen de eerste 2 ploegen kan maximaal 20” bedragen, van de nummers 2 tot 13 mag het verschil tussen 2 ploegen hoogstens oplopen tot 10”, vanaf de 13e ploeg is dat nog maar 5”. Concreet betekent dat dat de laatste ploeg maximaal 2’30” kan verliezen. T-Mobile, Liberty Seguros en US Postal zijn in deze discipline altijd kandidaat-winnaars, maar ook Fassa Bortolo, Gerolsteiner, CSC en Illes Balears beschikken over een erg sterk team. Verder is het uitkijken hoeveel Saeco (met Simoni), Euskatel (met Mayo) en Phonak (met Hamilton) gaan verliezen.



Daarna volgt even windstilte, zowel de 5e, de 6e en de 7e etappe zijn zo goed als vlak en moeten een hapklare brok zijn voor de sprinters. De karavaan trekt in een brede boog rond Normandië en belandt in Bretagne, waar de veel lastigere 8e rit op het programma staat. Het is een 168km lange rit van Lamballe naar Quimper, dwars door het Bretoense binnenland. Onderweg staat 3 hellingen van 4e en 1 helling van derde categorie op het menu, alleen de laatste 15km zijn wat vlakker. Er volgt dan een rustdag, waarop de renners Saint-Leonard de Noblat worden getransfereerd, aan de noordelijke flank van het Centraal Massief. Daar wordt eerst nog 160km lange rit over het plateau verreden, maar op woensdag 14 juli is het menens.



Dan wordt de langste rit van de hele Tour gereden, 237km van Limoges naar Saint-Flour. De etappe is gekruid met niet minder dan negen beklimmingen, twee daarvan de 2e en één van eerste categorie. Het begint allemaal echt op 75km van de meet, met de Col de Néronne (2e cat). Dat is in feite nog maar een aanloop naar de Pas de Peyrol, een klim van eerste categorie waarvan de top nauwelijks 200 meter onder de top van de Puy Mary ertegenaangelegen ligt, het hoogste munt van het Massif du Cantal. De klim is van eerste categorie, en de laatste 2km gaan gemiddeld 13% omhoog. Na een lange afdaling met daarin nog Col d’Entremont (3e cat) volgt nog een lastige klim, de Prat de Bouc (2e cat). Die is 8,2km lang tegen 6% gemiddeld en de top ervan ligt op goed 30km van de meet. De renners hebben daar al meer dan 200km in de benen. Na een lange afdaling moeten de renners in Saint-Flour zelf nog een venijnig klimmetje op. Een rit voor sterke, offensieve renners. Paolo Bettini bijvoorbeeld. De dag erna staat nog een heuvelachtige rit van 164km op het programma met onderweg nog een klim van tweede categorie. En dan, dan trekt de karavaan de Pyreneeën in.



Bij de eerste Pyreneeënrit zit het venijn duidelijk in de staart. Na een lange, vlakke aanloop moeten de renners op 26km van de meet de Aspin op (1e cat). Na een korte afdaling volgt dan de slotklim naar La Mongie, een skistation op 4km van de top van de Tourmalet. De klim is in totaal 15km lang tegen net geen 6% gemiddeld, maar op het einde wordt het hier en daar toch al wat steiler. Hier won Lance Armstrong in 2002 een rit, nadat hij lange tijd op sleeptouw was genomen door z’n toemalige ploegmaat Roberto Heras. Die zal vandaag samen met Jan Ullrich, Iban Mayo en Tyler Hamilton één van de grootste concurrenten van de Amerikaan zijn. Benieuwd ook of Gilberto Simoni dit jaar wel mee kan spelen in de bergen na z’n mislukte Giro, waar hij de zege moest laten aan z’n jonge ploegmaat Cunego.



Daags nadien volgt een nog veel zwaardere rit, die die krachts-en machtsverhoudingen in de bergen helemaal zal blootleggen. De rit naar Plateau de Beille is 217km lang en biedt een lange opeenvolging van cols : Ares (3e cat), Portet d’Aspet (2e cat), Core (1e cat), Latrape (2e cat), de steile Agnes (1e cat) en de Port de Lers (3e cat). Daarna volgt een vlakker stuk van zowat 40km, om vervolgens aan de lange slotklim te beginnen. Met z’n 18km aan bijna 7% is het de eerste col buiten categorie in deze Tour. Na deze etappe, misschien wel de zwaarste van de hele Tour, zou het klassement stilaan vorm moeten beginnen krijgen. Na een vlak ritje naar Nimes volgt een rustdag, daarna kan het laatste luik van de Tour beginnen.



De 15e etappe is een niet te onderschatten overgangsrit richting hoge Alpen. In de bosrijke streek te zuidwesten van Grenoble moeten de renners in de laatste 100km over 4 cols. Eerste de Col de Limouches, die met z’n 11km aan 6,4% het label 2e categorie waard is. De Col d’Echarasson, met top op 58km van de streep, is nog een stuk zwaarder : 12km aan 7,4% en dus eerste categorie. Daarna volgt nog een lang stuk vals plat naar de Col de Carri. Na een lange afdaling staat dan ook nog de Côte de Chalimont (10km aan 5,8%, 2e cat) op het programma, de top daarvan ligt op 15km van de meet. En tenslotte zijn er ook nog de laatste kilometers : De streep ligt niet in Villard-les-Lans zelf, maar in het skistation, na een lastige klim van meer dan 2km. Een niet te onderschatten zit, het is echter de vraag of de favorieten hier echt zullen doorgaan met morgen de klimtijdrit naar Alpe d’Huez op het programma.



Dat wordt ongetwijfeld een sleutelrit van in deze Tour. Op de 14km lange klim kunnen de tijdsverschillen groot worden, dat hebben we in de klimtijdrit van de Dauphiné richting Mont Ventoux ook kunnen zien. In die etappe bombardeerde Iban Mayo zich met een verbluffende prestatie tot uitgesproken favoriet voor deze tijdrit. We zitten nu al diep in de derde Tourweek, maar ook de 17e rit mag gezien worden. Het zwaartepunt ligt wel in het begin (met de Glandon en de Madeleine twee legendarische cols in de eerste 90km), in de slotfase kunnen ook nog verschillen gemaakt worden : Eerst op de Forclaz op 45km van de meet, en zeker op de Croix-Fry, een col van eerste categorie (12,5km aan 6,8%) op 12km van de meet. Daarna duiken de renners naar beneden richting Le Grand Bornard.



De 18e rit is er eentje voor de vluchters. Het peleton neemt nog enkele hellingen uit de Jura-keten mee, onder meer de Col de la Faucille. Schermutselingen tussen de favorieten komen er waarschijnlijk niet meer. Die komen er zeker wel op de voorlaatste wedstrijddag, wanneer een 60km lange tijdrit in en rond Besançon op het programma staat. Het parcours is erg heuvelachtig, een beetje vergelijkbaar met dat van de tijdrit naar Cap Découverte vorig jaar. En daar reed Jan Ullrich toen de verzamelde concurrentie in de vernieling. Dit jaar is de tijdrit dus nog wat langer. Na deze etappe ligt het klassement helemaal vast, want op zondag 25 juni moet enkel nog traditionele slotrit naar de Champs Elysées worden verreden.



Het is dus een beetje een vreemde Tour : Eerst anderhalve week bijna vlak met enkel een ploegentijdrit en een etappe in het Centraal Massief, en daarna een moordende opeenvolging van bergritten in Pyreneeën en Alpen, met als sluitstuk de lange tijdrit in Besançon.



De protagonisten
Om te beginnen Lance Armstrong. Zoals reeds eerder aangehaald lijkt de Amerikaan stilaan wat aan kracht in te boeten, dat bleek in de afgelopen Dauphiné nog in de klimtijdrit richting Mont Ventoux. Het is echter niet zo’n zware Tour Armstrong heeft ervaring zat, bovendien werden bijna alle cols uit deze Tour in de laatste 5 jaar ook al eens beklommen. Armstrong beschikt bovendien over een erg sterk team, zowel bergop als tegen de klok : Hij neemt waarschijnlijk Azevedo, Beltran, Ekimov, Hincapie, Landis, Noval, Rubiera en Padrnos mee.



Jan Ullrich lijkt er voor het eerst sinds 1997 écht klaar voor te gaan zijn. Na een matig voorjaar klom hij in de Ronde van Duitsland (sterke openingstijdrit) en vooral de Ronde van Zwitserland uit het dal. In Zwitserland maakte hij grote sier tegen de klok en op één dag na ook bergop, het leverde hem de eindzege op. Ullrich heeft bovendien het voordeel dat de aanloop in deze Tour erg lang is, waardoor z’n hij tegen de bergen waarschijnlijk wel echt top zal zijn. Z’n T-Mobile ploeg kende in de voorbereiding wel pech, hij zag Steinhauser en vooral Vinokourov uitvallen met pech. Desondanks blift de paarse garde een erg hecht blok, met onder meer Evans, Botero, Kloden en Guerini.



Naast het eeuwige duel tussen deze twee zijn er nog 3 grote uitdagers : Tyler Hamilton, Roberto Heras en Iban Mayo. Hamilton had vorig jaar erg veel pech maar werd met een gebarsten sleutelbeen toch nog 4e in de eindstand. Dit jaar heeft hij zich optimaal kunnen voorbereiden en hij lijkt er klaar voor : Op de Ventoux moest hij maar 40” toegeven op Mayo, maar hij nam vooral 1’20” op Armstrong, wat mentaal een enorme opsteker moet zijn geweest. Hamilton is zowel in het gebergte als in de tijdrit een absolute topper en mag rekenen op een erg ster team met onder meer Pereiro en Sevilla. Heras won de Bisicleta Vasca en toonde zo dat ook hij klaar is voor het gevecht in de bergen. En Mayo tenslotte was, Damiano Cunego even buiten beschouwing gelaten, zonder twijfel dé man van de voorbije twee maand. In Spanje overdonderde hij iedereen in de Clasica Alcobendas en in de Dauphiné pakte hij de eindszege na een indrukwekkende tijdrit op de flanken van de Ventoux.



En dan zijn er zoals gewoonlijk weer de outsiders. Gilberto Simoni moest het in de Giro afleggen tegen z’n ploegmaat Cunego en zal supergemotiveerd aan de start verschijnen. Vorig jaar beloofde hij vuurwerk in de bergen, maar daar kwam uiteindelijk niet veel van in huis, ook al won hij dankzij een lange ontsnapping nog een Pyreneeënrit. CSC presteert al het hele jaar op een hoog niveau, maar kopman Basso geraakt niet echt in vorm. Paolo Bettini werd bij de presentatie van het parcours door z’n manager Patrick Lefevre tot favoriet gebombardeerd. In de minder zware bergritten kan hij waarschijnlijk wel standhouden of zelfs uitlopen, maar of Bettini het kan halen van de échte Tourfavorieten in de lange tijdritten en het hooggebergte, om maar te zijgen van de klimtijdrit, dat is wel erg twijfelachtig.



Wat de massasprints betreft, is er één man die er met kop en schouders bovenuit steekt : Alessandro Petacchi. Met z’n negen ritzeges in de Giro maakte hij veel indruk, en de honger van een sprinter is nooit gestild. In de eerste Tourhelft krijgt hij waarschijnlijk kansen genoeg om z’n vier ritzeges van volgend jaar over te doen. Daarnaast hebben we de steeds terugkerende namen : Erik Zabel, ook al is diens snelheid de laatste jaren wat afgebot, Robbie McEwen, die dit jaar ook nog niet zoveel voor elkaar kreeg, en Mario Cipollini, die zich na z’n niet-selectie van vorig jaar en z’n mislukte Giro misschien wel voor de allerlaatste keer wil tonen in de Tour. Daarnaast duiken ook enkele nieuwe namen op : Baden Cooke is als sprinter definitief doorgebroken en Tom Boonen heeft zich de voorbije maanden tot de nieuwe Belgische sprinthoop opgeworpen. Daarnaast moeten ook O’Grady, Hondo, Kirsipuu, en Hushovd in het oog worden gehouden.

Willem Vandoorne

News

Startlist

  Details:

  Add an image