Deze enorm geliefde renner uit Wallonië, aarzelde lang tussen de goede stiel van beenhouwer en die van beroepsrenner. De oorlogsjaren deden hem minstens zeven wielerseizoenen verliezen.
Hij reed liever voor het geld dan voor de eer. Zo speelde hij vaak knecht voor renners met een groot palmares en dat deed hij nooit gratis. Op zeer hoge leeftijd had die man nog een benijdenswaardige conditie, omdat hij nog dagelijks trainde. Na zijn ene formidabele Tour van 1949, en met een goed draaiende beenhouwerij, leefde deze grote sportman nog zeer lang, voorbeeldig, en gelukkig, vereerd door zijn ontelbare Luikse vrienden, familieleden en supporters.